Je kind(eren) achterlaten als je overlijdt is een verdrietige gedachte. We snappen dat je je geldzaken zo goed mogelijk voor ze wilt regelen. Gelukkig krijgt een kind bijna altijd een wezenpensioen van ons. Ook kunnen ze een wezenuitkering van de overheid krijgen.
Je kind krijgt wezenpensioen vanaf de eerste dag van de maand na je overlijden. Dit geldt ook als je meer kinderen hebt. Deze uitkering maken we rond de 20ste van de maand over. De uitkering van het wezenpensioen stopt op de laatste dag van de maand waarin je kind:
Let op! Bij studerende kinderen loopt het wezenpensioen door tot maximaal hun 27ste. Stopt of onderbreekt je kind de studie? Dan stopt helaas ook het wezenpensioen. Je kind mag wel veranderen van studie binnen hetzelfde schooljaar. Of een nieuwe studie beginnen als deze aansluit op de vorige studie.
Een kind dat studeert staat ingeschreven bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Elk jaar controleren we of dit voor jouw kind nog zo is. Zo niet? Dan stopt het wezenpensioen. Is er geen inschrijving bekend bij de DUO? Dan sturen wij een studieverklaring naar je studerende kind. Je kind moet deze invullen als bewijs dat het studeert.
Hoe hoog de uitkering voor je kind is, ligt aan het soort wezenpensioen. Neem je vanaf 1 januari 2006 deel aan de pensioenregeling (Middelloonregeling) bij bpfBOUW? Dan is de hoogte van het wezenpensioen als volgt:
Het maakt niet uit of het gaat om biologische kinderen of geadopteerde kinderen.
Kinderen tot 16 jaar kunnen recht hebben op een wezenuitkering van de overheid als ze geen ouders meer hebben. Soms kunnen wezen van 16 tot 21 jaar ook een wezenuitkering krijgen. Kijk voor meer informatie op www.svb.nl/anw.
In eerdere regelingen van bpfBOUW bestonden andere regelingen voor het wezenpensioen. Denk hierbij aan de pensioenregelingen:
Op Mijn Bouwpensioen of op je jaarlijkse Uniform Pensioenoverzicht (UPO) ziet je hoe hoog je wezenpensioen is.