U bouwt niet alleen pensioen op voor uw eigen oude dag. U bouwt ook iets op voor als u overlijdt.
Uw partner krijgt dan een partnerpensioen. Uw kinderen een wezenpensioen.
Op Mijn Bouwpensioen of op uw jaarlijkse pensioenoverzicht ziet u hoeveel partnerpensioen en wezenpensioen u heeft opgebouwd.
Is uw (ex-)partner overleden? Dan kunt u een (bijzonder)partnerpensioen aanvragen. Heeft u recht op een (bijzonder)partnerpensioen dan krijgt u dit voor de rest van uw leven. De hoogte van het bedrag kan wijzigen als u de 65-jarige leeftijd bereikt. Dit is afhankelijk van de periode waarin het (bijzonder)partnerpensioen is opgebouwd.
Is uw ouder overleden? En bent u jonger dan 18 jaar of, als u nog studeert, jonger dan 27 jaar? Dan kunt u een wezenpensioen aanvragen. De hoogte van het bedrag kan hoger worden als uw andere ouder ook komt te overlijden. U krijgt wezenpensioen totdat u 18 jaar wordt, als u nog studeert totdat u 27 jaar wordt.
Bekijk in dit stappenplan hoe u in 4 stappen uw nabestaandenpensioen aanvraagt.
Als u in het buitenland woont, moeten uw nabestaanden wel aan ons doorgeven dat u overleden bent.
Dan krijgt uw partner na uw overlijden partnerpensioen. De hoogte van het partnerpensioen is de som van:
Uw partner krijgt dan het partnerpensioen dat u heeft opgebouwd toen u nog in de bouw werkte.
Lees meer over partnerpensioen.
Uw kinderen krijgen tot hun 18e wezenpensioen. Als ze studeren krijgen ze dat tot hun 27e jaar. Uw kind moet dan wel ieder jaar bewijzen dat het nog studeert.