In de volgende voorbeelden is het verstandig om zelf pensioen op te bouwen met vrijwillige voortzetting. Voor vragen en advies kan je altijd contact met ons opnemen.
Voorbeeld 1: werkloos
Je raakt werkloos en vindt niet direct een andere baan. Je krijgt een werkloosheidsuitkering (WW-uitkering) van UWV, maar daarmee bouw je geen pensioen op. De eerste maanden kom je misschien nog in aanmerking voor premievrije pensioenopbouw via een Aanvullingsfonds, maar daarna zal je zelf pensioen moeten opbouwen.
Voorbeeld 2: gedeeltelijk arbeidsongeschikt
Je bent gedeeltelijk arbeidsongeschikt, maar werkt helemaal niet. Je hebt dan alleen recht op premievrije pensioenopbouw voor het percentage arbeidsongeschiktheid toen je uit dienst ging. Met vrijwillige voortzetting kan je je premievrije pensioen aanvullen. Bijvoorbeeld voor het gedeelte dat je wel arbeidsgeschikt bent. Of als je nog meer arbeidsongeschikt wordt.
Voorbeeld 3: volledig arbeidsongeschikt
Je bent volledig arbeidsongeschikt en werkt dus niet. Met de premievrije pensioenopbouw bouw je 69% van je pensioen en partnerpensioen op dat je als werkende zou opbouwen. Met vrijwillige voortzetting kan je je pensioenopbouw zelf aanvullen tot 100%. Dit geldt dan ook voor je partnerpensioen.
Voorbeeld 4: ziek na het einde van je baan
Je krijgt een ZW-uitkering van UWV. En je 1e ziektedag sluit niet direct aan op het einde van je baan. En ook niet op een periode van premievrije pensioenopbouw via een Aanvullingsfonds. Dan is zelf pensioen opbouwen nuttig. Zo kan je je pensioen aanvullen. Ook blijf je op deze manier deelnemer bij bpfBOUW. Je hebt alleen als deelnemer recht op premievrije pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid.