U wilt binnenkort met pensioen gaan. Dan is het goed om te weten dat uw keuzes hetzelfde zijn gebleven in het vernieuwde pensioen. Ongeveer 6 maanden voor uw AOW-leeftijd krijgt u een brief van bpfBOUW over de keuzes die u kunt maken. Maar u kunt ook al eerder pensioen aanvragen. Hieronder leest u meer over hoe u uw pensioen kunt aanvragen.
We zijn op 1 januari 2026 overgegaan naar de nieuwe regels voor pensioen. Ook uw pensioen is overgegaan naar het vernieuwde pensioen van bpfBOUW.
Als u met pensioen bent gegaan voor de overstap naar het vernieuwde pensioen, hebben we het nog op de ‘oude’ manier berekend. De keuzes die u hebt gemaakt, blijven gelden na de overstap. Op 1 januari 2026 hebben we uw pensioen overgezet naar het vernieuwde pensioen.
In het najaar van 2025 heeft u een voorlopig overzicht met een eerste berekening van uw pensioen met de nieuwe regels ontvangen. In de eerste helft van 2026 ontvangt u een overzicht met uw definitieve pensioen.
Als u uw pensioen heeft aangevraagd vóór 2026, dan hebben we uw pensioen eerst berekend met de oude regels. Op 1 januari 2026 hebben we uw pensioen overgezet naar het vernieuwde pensioen. Daarna maken we een nieuwe berekening. Daardoor kan uw pensioen nog veranderen. U ontvangt hierover begin 2026 bericht.
De keuzes die u heeft gemaakt, blijven gelden na 1 januari 2026. U kunt uw keuzes nog veranderen tot aan de laatste dag van de maand vóór u met pensioen gaat.
De keuzes blijven in het vernieuwde pensioen hetzelfde:
U kunt kiezen wanneer uw pensioen ingaat.
U kunt gedeeltelijk met pensioen gaan (deeltijdpensioen).
U kunt een deel van uw pensioen (het ouderdomspensioen) inwisselen om voor uw partner (meer) inkomen te regelen (het partnerpensioen). Of omgekeerd. U kunt het partnerpensioen ook inwisselen voor meer ouderdomspensioen.
U kunt eerst meer en daarna minder pensioen krijgen (variëren in de hoogte van uw pensioen). Of andersom.
Het bedrag dat u ziet op het moment dat u uw pensioen aanvraagt, kan inderdaad nog veranderen. Het is veranderd door de overstap naar het vernieuwde pensioen. Het kan bijvoorbeeld ook veranderen door de resultaten van onze beleggingen of door andere belastingtarieven.
Totdat uw pensioen ingaat kunt u uw pensioenkeuzes nog aanpassen.
Tot 2026 kon uw pensioen tot uiterlijk de leeftijd van 70 jaar in laten gaan. Vanaf 1 januari 2026 mag u uw pensioen uiterlijk tot 3 jaar na AOW-leeftijd in laten gaan. Vervroegen van uw pensioen is tot 10 jaar voor AOW-leeftijd mogelijk. Dat was zo en dat blijft zo.
Gaat u met pensioen nadat de nieuwe regels zijn ingegaan? Dan splitsen we uw pensioenpot in 2 delen:
Een pensioenvermogen waaruit u elke maand pensioen ontvangt, het ‘uitkeringsvermogen’.
Een persoonlijke buffer voor meer stabiliteit van uw pensioen, het ‘spreidingsvermogen’.
Uw persoonlijke buffer maakt vanaf dat moment deel uit van de buffer van alle gepensioneerden samen, het ‘collectieve spreidingsvermogen'. Dit is de optelsom van alle persoonlijke buffers van iedereen die wij een pensioen uitbetalen. Elke maand laten we u weten hoe hoog deze buffer is.
Als u met pensioen gaat, verdelen we uw pensioenpot over uw pensioenvermogen en persoonlijke buffer. De hoogte van uw persoonlijke buffer stemmen we af op de buffer van alle gepensioneerden samen. Hoe werkt dat?
De verhogingen van de pensioenen betalen we uit de buffer van alle gepensioneerden samen. Stel deze buffer is voor 2% gevuld als u met pensioen gaat (door goede resultaten van de beleggingen). Dan is de kans groot dat de pensioenen worden verhoogd. Daarom gaat er 2% van uw pensioenpot naar de buffer van alle gepensioneerden samen. Er blijft dan 98% over voor het pensioen dat u elke maand ontvangt. Als de pensioenen worden verhoogd, gaat ook uw pensioen mee omhoog. In deze situatie krijgt u dus minder pensioen bij de start, maar hebt u het voordeel van een gevulde buffer. Hierdoor is uw pensioen stabieler.
Hoe werkt dit in de omgekeerde situatie? Stel er is als u met pensioen gaat een tekort van -2% (door slechte resultaten van de beleggingen). Dan is de kans kleiner dat de pensioenen kunnen worden verhoogd.
Daarom ontvangt u 2% uit de buffer van alle gepensioneerden samen. Er is dan 102% voor het pensioen dat u elke maand ontvangt. Als de pensioenen worden verlaagd, gaat ook uw pensioen mee omlaag. In deze situatie krijgt u dus meer pensioen, maar hebt u niet het voordeel van een gevulde buffer.
De hoogte van de buffer van alle gepensioneerden samen heeft dus invloed op hoeveel pensioen u bij de start krijgt.
AOW is een basispensioen dat u van de overheid krijgt. Op de website van de SVB ziet u wanneer u AOW krijgt. Veel mensen kiezen ervoor om vanaf dat moment ook het pensioen van bpfBOUW in te laten gaan.
U kunt minder gaan werken en al een deel van uw pensioen ontvangen. Onder de nieuwe regels kunt u nog steeds in stappen van 10%, of een veelvoud van 10% (bijvoorbeeld 20% of 50%) met pensioen gaan. Ook blijft gelden dat u in maximaal 3 stappen volledig, dus voor 100% met pensioen moet gaan. U kunt het deel waarvoor u met pensioen gaat dus maximaal 2 keer veranderen.
Partnerpensioen is extra inkomen voor uw partner als u overlijdt. Volgens de nieuwe regels krijgt uw partner alleen partnerpensioen als u overlijdt terwijl u nog pensioen opbouwt bij bpfBOUW. Wilt u ervoor zorgen dat uw partner een partnerpensioen ontvangt als u overlijdt nádat u met pensioen bent gegaan? Dan kunt u bij het aanvragen van uw pensioen een deel van uw ouderdomspensioen omzetten in partnerpensioen.
Lees hier meer over pensioen voor uw nabestaanden bij overlijden.
Heeft u vóór 2000 pensioen opgebouwd in de Dagafhankelijke Pensioenregeling (DAP-regeling) of Loonafhankelijke Pensioenregeling (LAP-regeling)? Dan heeft u daarin ook pensioen voor uw partner opgebouwd. Uw partner krijgt dit als u overlijdt. Gaat u met pensioen? Dan kunt u dit partnerpensioen nu niet inwisselen voor extra pensioen voor uzelf (ouderdomspensioen).
Op 1 januari 2026 is uw pensioen overgezet naar het vernieuwde pensioen. Ook het partnerpensioen dat u hebt opgebouwd ging mee. U kunt nu het partnerpensioen uit de DAP- of LAP-regeling wél inwisselen voor extra pensioen voor uzelf. Dat kan op uw pensioendatum. Uw partner moet hier wel mee instemmen.
Wilt u de eerste jaren dat u met pensioen bent meer geld beschikbaar hebben dan wanneer u ouder bent? Of juist beginnen met een lager pensioen? In het vernieuwde pensioen kunt u nog steeds zelf kiezen hoeveel jaar u tijdelijk meer of minder pensioen wilt. Hierbij geldt wel dat u voor maximaal 10 jaar een hoger (of lager) pensioen kunt krijgen. En het laagste bedrag moet minimaal 75% zijn van het hoogste bedrag.
Bekijk wat de nieuwe regels gaan betekenen voor de volgende situaties.