Dit doen we vanaf zaterdag 7 september 12:00 tot zondag 8 september 16:00. bpfBOUW.nl is dan beschikbaar en Mijn Bouwpensioen kan je op dat moment even helemaal niet gebruiken.
Excuses voor het ongemak.
Wat ga jij doen na je pensioen? Waar droom je van? Torenkraanmachinist Geurt van Roekel (63) uit Bennekom heeft genoeg om naar uit te kijken. Toch schuift hij de beslissing om te stoppen met werken nog even voor zich uit.
Artikel uit Bouwpensioen magazine juli 2022
Geurt van Roekel (63) had alle pensioenberekeningen al gemaakt, maar ging er steeds slechter van slapen. Pensioenvrees doemde op. Een groot zwart gat. ‘Dat ik straks niet meer mag werken, benauwt me. Je gaat in een keer van elke dag actie naar niks meer mogen doen. Ik ben bang dat ik spijt krijg als ik nu al stop. Ik ben er nog niet aan toe.’
De torenkraanmachinist uit Bennekom heeft besloten om geen gebruik te maken van de zwaarwerkregeling. Dan kun je maximaal 3 jaar voor je AOW-leeftijd stoppen met werken, maar ben je verplicht direct het werk neer te leggen. ‘Ik hou te veel van mijn vak. Het werken met mensen, samen mooie dingen maken en de fantastische uitzichten die je als machinist hebt.’ Hij somt een paar hoogtepunten op: de bouwput van het Utrechtse Hoog-Catharijne, de Amsterdamse Cruquiuswerf, met uitzicht over het IJmeer. ‘De bootjes voeren onder mijn kraan door. Prachtig.’
Geurt is een fervent fietser. Hij mountainbiket en gaat bijna elk weekend met de kleinkinderen op de tandem weg. Hij geniet van de bossen en de hei. Hij is ook zeker van plan om straks als buddy op een elektrische duo-fiets ritten maken met mensen die fysiek minder kunnen. ‘Geen grote dromen, maar genoeg om naar uit te kijken.’
Geurt en zijn vrouw zijn echte reisliefhebbers, met de Griekse eilanden als favoriete bestemming. ‘Als straks het pensioen echt aanbreekt gaan we zeker meer buiten de seizoenen reizen. Lekker met een scootertje over Samos toeren. Alleen al van de geitjes langs de kant van de weg kan ik genieten. Kleine dingen kunnen zo mooi zijn. Maar je moet ze wel willen zien, zeg ik altijd maar.’