Misschien denk je liever niet na over de dood. Toch is het goed om te weten dat je ook pensioen opbouwt voor als je overlijdt. Dit pensioen is voor je nabestaanden.
Als je overlijdt krijgt je partner meestal een partnerpensioen, je eventuele ex-partner bijzonder partnerpensioen. En je kinderen een wezenpensioen. We leggen het kort uit in de video hieronder.
Wil je weten hoeveel pensioen je voor je nabestaanden achterlaat? Op Mijn Bouwpensioen of op je jaarlijkse pensioenoverzicht zie je hoeveel (bijzonder) partnerpensioen en wezenpensioen je hebt opgebouwd. Zo kunnen je nabestaanden uitrekenen of ze goed kunnen rondkomen als je overleden bent. Bijvoorbeeld of ze de hypotheek of huur nog kunnen betalen.
Let op! Als je in het buitenland woont, is het wel nodig dat je nabestaanden jouw overlijden aan ons doorgeven.
Werk je in de bouw?
Dan krijgt je partner na je overlijden partnerpensioen. De hoogte van het partnerpensioen is de som van:
Werk je niet meer in de bouw?
Je partner krijgt dan het partnerpensioen dat je hebt opgebouwd toen je nog in de bouw werkte.
We snappen dat je geldzaken zo goed mogelijk voor je kind(eren) wilt regelen. Je kind krijgt tot 18 jaar wezenpensioen. Als kinderen studeren krijgen ze dat tot hun 27e jaar. Je kind moet dan wel ieder jaar bewijzen dat het nog studeert.
Je ex-partner heeft recht op een deel van je partnerpensioen en ontvangt dit levenslang. Dit noemen wij ‘bijzonder partnerpensioen’. Je ex-partner krijgt na je overlijden het bijzonder partnerpensioen dat je hebt opgebouwd tot de officiële scheidingsdatum. Je kunt afwijkende afspraken maken in het echtscheidingsconvenant. Het bijzonder partnerpensioen stopt als je ex-partner overlijdt.