Je eventuele kinderen krijgen misschien een wezenpensioen als je overlijdt. Dat blijft ook zo in de nieuwe regels. Hoeveel elk kind krijgt, is afhankelijk van je persoonlijke situatie op het moment dat je overlijdt: werk je nog? Of bouw je geen pensioen meer op?
Het wezenpensioen dat je in de huidige pensioenregeling hebt opgebouwd raak je niet kwijt. Dit is omgezet naar de nieuwe pensioenregeling. Het opgebouwde bedrag kan met de nieuwe regels gelijk zijn aan het bedrag met de huidige regels. Als dit voor jou geldt dan zie je dit in je voorlopige overzicht:
- Als je pensioen opbouwt bij: 'als je overlijdt en geen deelnemer meer bent bij bpfBOUW' hetzelfde bedrag.
- Als je geen pensioen meer opbouwt bij: 'als je overlijdt en nog niet met pensioen bent' hetzelfde bedrag.
Het opgebouwde pensioen is in die situaties gelijk in de huidige en nieuwe regeling. Hieronder leggen we uit hoe het wezenpensioen was geregeld en wat er verandert met de nieuwe regels.
Er is wel een verschil in de hoogte en hoe lang uw kinderen wezenpensioen krijgen in de huidige regels en de nieuwe regels
Wat kreeg elk kind met de huidige regels.
Je kind krijgt wezenpensioen vanaf de eerste dag van de maand na je overlijden. Dit geldt ook als je meer kinderen hebt. De uitkering van het wezenpensioen stopt op de laatste dag van de maand waarin je kind:
- 18 jaar wordt (als je kind niet studeert);
- 27 jaar wordt (als je kind studeert);
- ouder is dan 18 jaar en stopt met de studie;
- overlijdt.
Hoe hoog de uitkering voor je kind is, ligt aan het soort wezenpensioen. Neem je vanaf 1 januari 2006 deel aan de pensioenregeling (Middelloonregeling) bij bpfBOUW? Dan is de hoogte van het wezenpensioen als volgt:
- Wezenpensioen voor halfwezen: voor kinderen waarvan 1 ouder is overleden die pensioen opbouwde bij ons. De uitkering is per jaar maximaal 6,5 procent van de laatst vastgestelde pensioengrondslag van de overledene. Had je meer dan 4 kinderen? Dan was de uitkering per kind maximaal 26 procent van deze pensioengrondslag gedeeld door het aantal kinderen.
- Wezenpensioen voor volle wezen: voor kinderen waarvan beide ouders zijn overleden en waarvan één van deze ouders pensioen opbouwde bij ons. De uitkering is twee keer zo hoog als een uitkering voor een halfwees. Het maakt niet uit of het gaat om biologische kinderen of geadopteerde kinderen.
Wat krijgt elk kind met de nieuwe regels
Al je kinderen hebben recht op wezenpensioen. Ze ontvangen dit als jij overlijdt. De uitkering van het wezenpensioen stopt op de laatste dag van de maand waarin je kind 25 jaar wordt. Het maakt niet meer uit of ze studeren of niet. Zo lang je in de bouw werkt en er geld wordt ingelegd voor je pensioen, krijgen al je kinderen 9% van je loon dat meetelt voor je pensioen. Heb je meer dan 4 kinderen? Dan wordt het bedrag per kind niet lager, volgens de huidige regels is dit nog wel het geval. Zijn beide ouders overleden? Dan krijgen al je kinderen 18% van je loon dat meetelt voor je pensioen.
Je kinderen krijgen ook het wezenpensioen dat je tot 2026 hebt opgebouwd. Hoeveel dat is zie je op Mijn Bouwpensioen of op je jaarlijkse pensioenoverzicht.
Werk je niet meer in de bouw? Dan krijgen je kinderen in het vernieuwde pensioen geen wezenpensioen. In de volgende gevallen is er (tijdelijk) toch wat geregeld:
- Heb je (nog) geen nieuwe baan? Dan houden je kinderen nog 6 maanden lang of voor de periode van een WW/ZW uitkering recht op wezenpensioen. Dit is 9% van het loon dat je had toen je nog werkte.
- Je kunt kiezen voor vrijwillige voortzetting van het pensioen. En daarmee het de dekking voor het wezenpensioen behouden. Dit betaal je dan uit je pensioenpot. Hierdoor wordt je eigen pensioen lager.
- Je kinderen houden recht op het wezenpensioen dat je tot 2026 had. Hoeveel dit is kun je vinden op Mijn Bouwpensioen of op je jaarlijkse pensioenoverzicht.