We proberen de pensioenen ieder jaar te verhogen. Want door je inkomen (zoveel mogelijk) mee te laten groeien met de stijging van de prijzen blijft je koopkracht stabiel. Zo'n verhoging noemen we indexering. 

Om de pensioenen te kunnen verhogen kijken we, zoals ons toeslagbeleid voorschrijft, naar de door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekende ontwikkeling van de prijzen vanaf september 2022 tot en met september 2023. De prijzen daalden volgens het CBS in deze periode met gemiddeld 1,39%. In ons beleid staat dat we bij een daling van de prijzen de pensioenen niet verhogen.

We vinden het belangrijk om vast te houden aan ons huidige beleid. Als we in 2026 overgaan op de nieuwe regels voor pensioen willen we genoeg geld in kas hebben om de pensioenen evenwichtig te verdelen. We maken om die reden dan ook geen gebruik van de versoepelde regels van de overheid voor het verhogen van de pensioenen.

We hanteren hiervoor de cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) deelt. BpfBOUW kijkt naar de afgeleide CPI. Die bedroeg in september 2022 127,63 en in september 2023 125,85. Uit de berekening (125,85/127,63) - 100% volgt een prijsontwikkeling van –1,39%.

Dit is in het pensioenreglement van bpfBOUW opgenomen. We kijken altijd naar de prijsontwikkeling van september tot en met september van het voorgaande jaar. En de afgeleide CPI.

Elk pensioenfonds heeft een eigen pensioenregeling en bijpassend toeslagbeleid. Daarin maken zij afspraken over verhogen. Die beleidsafspraken verschillen per fonds. Volgens ons beleid geven de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)  over de prijsontwikkeling geen aanleiding voor een verhoging. En het bestuur van bpfBOUW vindt het belangrijk om bij de overgang op het vernieuwde stelsel genoeg geld in kas te hebben om de pensioenen dan evenwichtig te verdelen. 

Dit is geen voorbode op het vernieuwde pensioenstelsel. We kunnen niet verhogen volgens de regels die zijn opgenomen in ons toeslagbeleid. De prijsontwikkeling is negatief, ons beleid schrijft dan voor dat we de pensioenen niet kunnen verhogen.

Daarnaast hebben we een extra mogelijkheid om de pensioenen ter hogen. Dat heeft wel te maken met de nieuwe regels voor pensioen. Wij willen in 2026 over op die regels. En daarom geeft de overheid extra mogelijkheden om de pensioenen te verhogen. Maar bpfBOUW wil ook bij het ingaan van het vernieuwde pensioenstelsel financieel gezond zijn. En voldoende geld hebben voor alle pensioenen die wij dan moeten betalen. Bij de overgang naar het vernieuwde pensioenstelsel is geld nodig om de overgang evenwichtig te laten gebeuren. Hoeveel we bij de overgang naar het vernieuwde pensioenstelsel nodig hebben, weten we nu nog niet. Daarom zijn we voorzichtig, zodat we straks genoeg over hebben om iedereen het pensioen te geven waar hij of zij recht op heeft. 

Dit besluit gaat alleen over wel of niet verhogen per 1 januari 2024. Volgend jaar kijkt het bestuur van bpfBOUW opnieuw of de pensioenen verhoogd kunnen worden. Vorig jaar kon bpfBOUW wel besluiten om de pensioen te verhogen: namelijk 14,52% per 1 januari 2023.

Het inhalen van indexatie staat los van dit besluit van het bestuur van bpfBOUW. Er zijn wettelijke regels opgesteld waaraan eerst voldaan moet worden om indexatieachterstanden in kunnen te halen. Zo zijn er eisen gesteld aan de financiële positie van een pensioenfonds. Op basis van onze financiële situatie nu, is inhaalindexatie niet aan de orde. Het besluit hierover is dan ook niet aan de orde.