Je werknemer gaat meer of minder werken. Dat betekent dat hij ook meer of minder pensioen gaat opbouwen. De pensioenpremie die je voor een werknemer betaalt, is gebaseerd op het loon en het aantal uur dat iemand werkt volgens de cao.
Je geeft via je gegevensaanlevering door hoeveel uren je werknemers hebben gewerkt. Gaat je werknemer meer of minder werken? Zorg dan dat je het nieuwe aantal uren bij de volgende gegevensaanlevering doorgeeft. Je doet dit via je loonpakket of het Selfservice Werkgevers Portaal.
Als je werknemer meer of minder gaat werken, dan heeft dit gevolgen voor zijn pensioenopbouw. Je werknemer kan de gevolgen voor zijn pensioenopbouw zelf bekijken in Mijn Bouwpensioen. Informeer je werknemer hierover, zodat hij weet wat de gevolgen zijn van meer of minder werken.
Wilt je werknemer het pensioen aanvullen omdat hij minder gaat werken? Je werknemer kan het pensioen zelf aanvullen en blijven opbouwen. Dit noemen we vrijwillige voortzetting. Hiermee voorkomt je werknemer dat hij in de toekomst minder pensioen krijgt.
Wij gaan er standaard vanuit dat je werknemer de pensioenopbouw en de premieafdracht de eerste 18 maanden van het onbetaald verlof wil voortzetten. Maar je werknemer kan ervoor kiezen dit niet te doen. Je werknemer geeft deze opt-out zelf aan ons door met een formulier. Deze opt-out geldt alleen voor de opbouw van het ouderdomspensioen. De overige risicopremies blijven wel van toepassing en hiervoor loopt de premieafdracht dus door.
Je doet voor loontijdvakken met (gedeeltelijk) onbetaald verlof altijd aangifte. Of de pensioenopbouw nu wel doorloopt of niet doorloopt. Je doet aangifte met verbijzondering OVW (onbetaald verlof). De verdeling van de premie tussen werknemer en werkgever kan in deze periode afwijken van de standaard verdeling.
Let op: de BTER-premies worden in principe tijdens de periode van voltijd onbetaald verlof niet voortgezet. Deze zijn namelijk gebaseerd op het daadwerkelijke loon.